Geschiedenis “Molen Johanna”

1878
In 1878 werd door de gebroeders Pieter Jan en Jan Pieter de Heus een houten achtkant (De Coornbloem) op een stenen voet gebouwd. In juli van dat jaar werd er voor het eerst gemalen. Deze molen diende tevens als woonhuis.

1888
Op 19 februari 1888, ’s avonds om 18.00 uur brandde de molen af als gevolg van (vermoedelijk een schoorsteen brand). In 4 maanden werd de molen herbouwd met nieuwe en oude onderdelen. Zo kwam de kap van de molen van een Leerdamse poldermolen. Hierdoor is de eigenzinnige getailleerde vorm van de romp ontstaan.

De diameter van de oorspronkelijke vorm van de romp was te klein voor de grotere kap, daarom werd de romp vanuit het midden recht omhoog getrokken om het passend te krijgen. Zo ontstond de hedendaagse vorm van de romp.

Op zondag 28 juli 1888 maakte de gebroeders de Heus bekend de daarop volgende week weer te gaan malen. Het graan werd door henzelf gehaald en gebracht voor een tarief van  50 cent per mud.

De diameter van de oorspronkelijke vorm van de romp was te klein voor de grotere kap, daarom werd de romp vanuit het midden recht omhoog getrokken om het passend te krijgen. Zo ontstond de hedendaagse vorm van de romp.

1906
In 1906 werd de molen door de bliksem getroffen, een roede werd stuk geslagen. Gelukkig zonder verdere schade.

1921
In 1921 verkopen de gebroeders De Heus De Coornbloem aan molenaar Jan Schennink.

1939
In 1939 kreeg Schennink na een inspectie van Vereniging “de Hollandse Molen” het advies om de roede te vernieuwen en te voorzien van stroomlijnneuzen. Dit om de productiviteit te verhogen. Schennink kreeg ook complimenten voor het zeer goed onderhouden van de molen.

1943
In 1943 wordt het eerdere advies opgevolgd. De molen wordt “verbusseld” (voorzien van de stroomlijn neuzen van uitvinder Busselman) en krijgt een lichtere roede. Hierdoor kon al bij zwakkere wind gemalen worden. Officieel nam burgemeester Keestra de molen in gebruik onder de nieuwe naam Johanna. De echtgenote van Jan Schennink, zijn dochter en schoondochter hadden allen deze naam.

In de oorlogstijd waren 13000 mensen afhankelijk van de meelproductie van Jan Schennink  en zoon. Om alle bakkers van meel te voorzien werd er dag en nacht met drie koppels stenen gemalen op de Johanna. Veel machinale maalderijen konden in die tijd door een tekort aan brandstof niet malen!

1946
In 1946 trouwt de zoon van Jan Schennink , Henk, met Ans Jansen uit Zeddam. De Johanna werd feestelijk versierd met twee levensgrote poppen en vlaggen  in het wiekenkruis. Deze poppen zijn nog steeds aanwezig in de molen.

1954
In 1954 wordt de molen ingrijpend gerestaureerd. Het metselwerk van de romp werd hersteld,  de bovenas en de wieken worden vernieuwd. Ook de rieten dakbedekking wordt vervangen door hout met dakleer.

Op 27 november wordt de molen feestelijk in gebruik genomen door burgemeester  Van Koningsbruggen. Bij deze gelegenheid uitte Jan Schennink zijn bezorgdheid omtrent de nieuwbouw en de hoogte daarvan. Ze zouden hem letterlijk de wind uit de zeilen nemen.

De molen kwam minder in bedrijf en de nadruk kwam meer te liggen op de handel en verkoop van door de fabriek aangeleverde goederen.

1966
In 1966 wordt de molen en de zaak overgenomen door Henk Schennink, de zoon van Jan Schennink.

1976
In 1976 wordt de molen grondig gerestaureerd. De twee versleten roeden worden vervangen en de wieken worden weer oud-hollands opgehekt. De wieken worden voorzien van de oorspronkelijke “rood wit en blauwe” kleuren. De vloeren en de zolder werden ook vernieuwd.

Nadat de molen geheel maalvaardig was wordt op 29 mei in bijzijn van burgemeester Hermans de molen in bedrijf gesteld door een luid klappende Jan Schennink. Bijzonder is, dat leerlingen van de Postma school zich hebben ingezet. Zij hebben mede gepleit voor een grondige restauratie van de molen.

Ook verdedigde de toen 80 jarige Jan Schennink dat de molen een Volendams miniatuur molentje werd genoemd vanwege de felle kleuren.  De felle kleuren waren de originele kleuren toen de molen van de gebroeders De Heus werd gekocht. De molen wordt de daarop volgende jaren weer regelmatig draaiend gezien. Er werd meel geproduceerd, maar ook wordt er vaak voor de ‘prins gedraaid”

1978
Molen Johanna viert haar honderd jarig bestaan samen met kinderen van kleuterschool de Paddenstoel. De kinderen bieden twee albums met tekeningen aan!

1993
De molen wordt begin van dit jaar gerestaureerd. De zolders werden vervangen en verschillende onderdelen die in slechte staat verkeerde. Ook wordt de kap 20 cm verlengd om inslag van regenwater tegen te gaan.

De molen wordt uitgerust met de prachtige windvaan. De vaan herinnert ons eraan dat Henk Schennink zijn goederen met paard en wagen bezorgde bij zijn klanten.

2001
De molen stopt definitief met haar maalwerk en draait alleen nog voor de prins. De molen verkeert nog in zeer goede staat.

2003
De molen draait alleen voor de prins en wordt met liefde verzorgd door familie Van Rossum –Schennink.

Op afspraak worden er rondleidingen voor scholen verzorgd.

2010 en daarna
In 2010 komt molen Johanna te koop. Initiatiefneemster en bewoonster van de Prijsseweg, wilde de molen die van belang is voor deze wijk graag toegankelijk voor iedereen maken. Haar wens dat de molen zijn educatieve functie kon houden voor alle scholen gecombineerd met bedrijvigheid voor jong en oud op het perceel heeft geresulteerd in het plan Bolderburen. Ondernemers en investeerder zijn gezocht en in mei 2012 werd de molen Johanna, samen met de andere gebouwen op het terrein, verkocht aan de stichting Elisabeth Weeshuis. Na wat aanpassingen en verbouwingen op het terrein is de molen weer dagelijks te bezoeken. Aanvankelijk waren er in de twee gebouwen op het terrein een restaurant en een buitenschoolse opvang. Het restaurantgebouw is sinds 2019 Buurtcentrum en vanaf met 2021 worden Buurtcentrum en het Bolderhuis geheel beheerd door de stichting ElkWelzijn.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial